De Mexicaanse griep, oftewel grippe A (H1N1). Teveel heb ik er al over gehoord en gelezen. Maar hoe meer ik hoorde en las, hoe onduidelijker het allemaal werd. Tijd dus voor een serieuze vraag aan de gynaecologe.
Kort gezegd weet ik nog steeds niet veel. Tenminste, niet veel meer als wat ieder ander op dit moment kan horen of lezen. De artsen weten zelf ook niets meer als wat iedereen via de media weet, ze wachten op info en er zijn alleen vage verhalen dat er ergens in oktober een vaccinatie beschikbaar zou zijn.
Mijn gynaecologe is zelf een groot voorstander van de griepprik (de reguliere) en neemt deze zelf elk jaar. Het schijnt/blijkt dat in het vaccin voor de Grippe A nog wat andere middeltjes worden mee gemengd die niet goed zijn voor zwangeren. Dus, voor zwangeren wordt aangeraden (door de overheid) deze "troep" niet te nemen, maar voor het "pure" vaccin te gaan.
Aan de andere kant is de gynaecologe niet zo'n voorstander om zwangeren te vaccineren.
Haar redenatie: "Was je tijdens je andere zwangerschappen ook bang om griep te krijgen, waarschijnlijk heb je er toen nooit bij stilgestaan".
En daar heeft ze natuurlijk helemaal gelijk in. Door de "media hype" wordt iedereen aan het denken gezet over dingen die we eigenlijk normaal vonden of niet eens over nagedacht hadden.
Haar standpunt: griep en dan met name KOORTS (wat natuurlijik ook kan voorkomen bij een keelonsteking, oorontsteking, of wat dan ook) is slecht voor het ongeboren kind en dient ten allen tijden vermeden te worden.
Dat betekent dat ik zieken moet mijden en een voorraad paracetamol moet aanleggen en bij de eerst verschijnselen van wat dan ook moet ik direct paracetamol slikken en koortsverlagers om de kans op koorts zoveel mogelijk te verkleinen.
Ik denk dat ik dat dan maar allemaal doe en "de prik" lekker laat voor wat 'ie is.
Voorlopig sluit ik me dus voorlopig op "op m'n berg" en ben ik niet thuis voor feestjes, bezoekjes en uitstapjes. Haha, voor zover ik daar al zin in had, want ik ben nog steeds zeer regelmating in de avond "ochtend ziek".
woensdag 30 september 2009
dinsdag 29 september 2009
Laatste bezoek gynaecologe
Afgelopen donderdag moest ik voor de laatste keer naar "mijn eigen" gynaecologe.
Alles was prima in orde, geen schokkende zaken te melden. Ze deed een echo en beepje was lekker wild aan het bungy jumpen. Door dit actieve gedrag was het onmogelijk om het geslacht te bepalen. Beepje wilde niet stil liggen en hield ook de beentjes netjes gesloten, dus ertussen kijken kon niet. We weten dus nog steeds niet of er nu een croissantje aan hangt, of niet.
"Croissantje"??? Ja, dat komt zo:
We spraken in het begin van de zwangerschap met de meiden over wat het zou worden en wat hun voorkeur was. Xenya vroeg zich toen serieus af of je van een meisje alsnog een jongetje kon maken. Wij legden uit dat dat niet echt de bedoeling was en vrij ingewikkeld, maar dat er mensen bestaan die zich anders voelen dat dan toch graag willen en laten doen. "Oh, was haar redenering, dus dan plakken ze er gewoon een soort van croissantje aan vast,...."
Zoals ik al zei, dit was de laatste keer bij "mijn" gynaecologe. Ik snapte het dus eerst niet helemaal,... maar nu blijkt dat zij mij de eerste 4 maanden mocht begeleiden, maar dat ik daarna moet kiezen voor een sage-femme of een dokter in het ziekenhuis. Een sage-femme is een verloskundige of vroedvrouw en het verschil met een dokter is het uurtarief. De dokters in het hôpital rekenen al snel 100 euro per consult, terwijl een sage-femme het voor pakweg 40 euro doet. Daarbij hebben de dokters veel minder tijd voor je, want die willen natuurlijk omzet draaien en geen tijd verspillen met kwaaltjes, pijntjes en ditjes en datjes.
Wel, we gaan het allemaal beleven!!!
Alles was prima in orde, geen schokkende zaken te melden. Ze deed een echo en beepje was lekker wild aan het bungy jumpen. Door dit actieve gedrag was het onmogelijk om het geslacht te bepalen. Beepje wilde niet stil liggen en hield ook de beentjes netjes gesloten, dus ertussen kijken kon niet. We weten dus nog steeds niet of er nu een croissantje aan hangt, of niet.
"Croissantje"??? Ja, dat komt zo:
We spraken in het begin van de zwangerschap met de meiden over wat het zou worden en wat hun voorkeur was. Xenya vroeg zich toen serieus af of je van een meisje alsnog een jongetje kon maken. Wij legden uit dat dat niet echt de bedoeling was en vrij ingewikkeld, maar dat er mensen bestaan die zich anders voelen dat dan toch graag willen en laten doen. "Oh, was haar redenering, dus dan plakken ze er gewoon een soort van croissantje aan vast,...."
Zoals ik al zei, dit was de laatste keer bij "mijn" gynaecologe. Ik snapte het dus eerst niet helemaal,... maar nu blijkt dat zij mij de eerste 4 maanden mocht begeleiden, maar dat ik daarna moet kiezen voor een sage-femme of een dokter in het ziekenhuis. Een sage-femme is een verloskundige of vroedvrouw en het verschil met een dokter is het uurtarief. De dokters in het hôpital rekenen al snel 100 euro per consult, terwijl een sage-femme het voor pakweg 40 euro doet. Daarbij hebben de dokters veel minder tijd voor je, want die willen natuurlijk omzet draaien en geen tijd verspillen met kwaaltjes, pijntjes en ditjes en datjes.
Wel, we gaan het allemaal beleven!!!
vrijdag 4 september 2009
Anti Kell (KEL1)
Ik wil toch nog even terugkomen op het "anti Kell" fenomeen.
Zojuist heb ik toch maar de gynaecologe gebeld om te vragen "hoe en wat". Ik kreeg de assistente, want de dokter zelf was natuurlijk bezig met een patient. Er is een brief naar me onderweg met uitleg, maar ik denk dat daar hetzelfde in zal staan als op het resultaat van het laboratorium, en wel: Nu elke maand bloed laten prikken en vanaf 20 weken, elke 15 dagen. Ook vertelde ze me dat je vanaf de 5de maand begeleid wordt door een dokter in het ziekenhuis of door een vroedvrouw (sage femme). De volgende keer in september is het dus de laatste keer dat ik bij de praktijk van de gynaecologe in Vichy kom.
Ik heb nog wat meer info op internet gevonden. Het is een heel verhaal en er is ook een behoorlijk "misschien, mogelijk, als, indien, dan" gehalte, maar ik weet inmiddels wel dat het bloed van de vader in Frankrijk niet gecontroleerd wordt. Nouja, ik wacht de brief van de gynaecologe af en als ik weer naar het ziekenhuis moet, moet ik alle uitslagen van het laboratorium meenemen. Wordt vervolgd,.....
Irregulaire antistoffen
Normaal zijn irregulaire antistoffen niet in het bloed aanwezig. Deze antistoffen ontstaan na een bloedtransfusie, maar kunnen ook voorkomen na een eerdere zwangerschap. In een enkel geval is het niet duidelijk waarom ze aanwezig zijn. Sinds een aantal jaar wordt regelmatig gecontroleerd of deze irregulaire antistoffen aanwezig zijn. Dit gebeurd aan het begin van de zwangerschap.
Er zijn antistoffen tegen de bloedgroepen A en B en tegen rhesusfactor (D). Er zijn nog vele andere bloedgroepen waartegen antistoffen kunnen bestaan. Het is mogelijk irregulaire antistoffen tegen verschillende van deze bloedgroepen te hebben, maar meestal is slechts 1 soort aanwezig. Men geeft ze soms met letters weer, zoals c, C, e, E, s, S, en soms met namen van mensen bij wie deze antistoffen voor het eerst zijn ontdekt, zoals Duffy (Fy), Hofman, Hovekamp, Kell (K) of Kidd (Jk).
Irregulaire antistoffen van de zwangere vrouw komen tijdens de zwangerschap via de placenta bij de baby terecht. Gelukkig hebben niet alle irregulaire antistoffen gevolgen voor de baby, maar sommige kunnen het bloed van de baby geleidelijk afbreken, waardoor het na de geboorte meer kans heeft om geel te worden. Het kan ook voorkomen dat er tijdens de zwangerschap, bloedarmoede ontstaat bij de baby. Of irregulaire antistoffen gevolgen hebben voor de baby, hangt af van hun werkzaamheid en de mogelijke bloedgroep van de baby.
Van sommige antistoffen is bekend dat zij meer neiging hebben het bloed van de baby af te breken dan andere antistoffen. Van de antistoffen tegen K (Kell), c en E is bekend dat zij nogal eens aanleiding geven tot bloedafbraak van het kind. Antistoffen tegen e, Fy, C, Jk, S en s hebben een zwakke werking en weinig neiging het bloed van de baby af te breken. Andere antistoffen (met uitzondering van rhesus(D)-antistoffen) hebben over het algemeen een nog zwakkere werking en daarmee geen gevolgen voor de zwangerschap.
De bloedgroep van de baby is afhankelijk van uw bloedgroep en de bloedgroep van de vader van de baby. Als voorbeeld nemen we hier een vrouw die Kell-negatief is (zij heeft, zoals de meeste mensen, geen Kell-factor). Door een bloedtransfusie in het verleden met bloed van iemand die Kell-positief was (die de Kell-factor wel had) heeft deze vrouw antistoffen gemaakt tegen de Kell-factor.
Wanneer nu de vader van de baby ook de Kell-factor mist De kans hierop is erg groot), dan zal de baby Kell-negatief zijn en kunnen de antistoffen voor de baby geen kwaad. Is bij de vader de Kell-factor wel aanwezig, dan kan de baby de Kell-factor van de vader erven. Hoe groot deze kans is, hangt weer af van de vraag of de Kell-factor bij de vader op 1 of 2 genen aanwezig is. Bij aanwezigheid van 2 genen, is de kans op overerving 100 procent. Bij aanwezigheid van 1 gen, is de kans 50 procent.
Wanneer er bij de zwangere vrouw irregulaire antistoffen worden gevonden, wordt eigenlijk altijd het bloed van de partner onderzocht om de bloedgroep te bepalen. De vrouw zal worden doorverwezen naar een gynaecoloog en deze zal de uitslagen bespreken met de vrouw en de partner. Aan de hand van de bloeduitslagen word bekeken welke bloedgroep de baby mogelijk kan hebben. De gynaecoloog zal bespreken of de antistoffen gevolgen kunnen hebben voor de baby. Wanneer er kans bestaat dat de antistoffen het bloed van de baby kunnen afbreken zal er extra onderzoek plaatsvinden.
Er word een bloedonderzoek gedaan. Dit is een ADCC-test, dit onderzoek kan voorspellen hoe groot de kans is dat het bloed van de baby wordt afgebroken. Helaas is het onderzoek niet altijd even betrouwbaar en daarom volgt meestal ook een echoscopisch onderzoek om te zien of er bij de baby al tekenen zijn van bloedarmoede. Mochten deze onderzoeken geen afwijkingen opleveren, mag de vrouw gewoon op de uitgerekende datum bevallen.
Zijn er wel aanwijzingen dat het bloed van de baby wordt afgebroken, dan kan de gynaecoloog adviseren om de bevalling vóór de uitgerekende datum in te leiden. In een heel enkel geval is er sprake van zeer ernstige bloedafbraak (en bloedarmoede). Dan is er een bloedtransfusie bij de baby in de baarmoeder. De kans is wel erg groot dat de baby op de couveuse afdeling wordt opgenomen, ter observatie of voor behandeling onder een blauwe lamp. Een enkele keer is het nodig de baby opnieuw bloed te geven (wisseltransfusie).
Zojuist heb ik toch maar de gynaecologe gebeld om te vragen "hoe en wat". Ik kreeg de assistente, want de dokter zelf was natuurlijk bezig met een patient. Er is een brief naar me onderweg met uitleg, maar ik denk dat daar hetzelfde in zal staan als op het resultaat van het laboratorium, en wel: Nu elke maand bloed laten prikken en vanaf 20 weken, elke 15 dagen. Ook vertelde ze me dat je vanaf de 5de maand begeleid wordt door een dokter in het ziekenhuis of door een vroedvrouw (sage femme). De volgende keer in september is het dus de laatste keer dat ik bij de praktijk van de gynaecologe in Vichy kom.
Ik heb nog wat meer info op internet gevonden. Het is een heel verhaal en er is ook een behoorlijk "misschien, mogelijk, als, indien, dan" gehalte, maar ik weet inmiddels wel dat het bloed van de vader in Frankrijk niet gecontroleerd wordt. Nouja, ik wacht de brief van de gynaecologe af en als ik weer naar het ziekenhuis moet, moet ik alle uitslagen van het laboratorium meenemen. Wordt vervolgd,.....
Irregulaire antistoffen
Normaal zijn irregulaire antistoffen niet in het bloed aanwezig. Deze antistoffen ontstaan na een bloedtransfusie, maar kunnen ook voorkomen na een eerdere zwangerschap. In een enkel geval is het niet duidelijk waarom ze aanwezig zijn. Sinds een aantal jaar wordt regelmatig gecontroleerd of deze irregulaire antistoffen aanwezig zijn. Dit gebeurd aan het begin van de zwangerschap.
Er zijn antistoffen tegen de bloedgroepen A en B en tegen rhesusfactor (D). Er zijn nog vele andere bloedgroepen waartegen antistoffen kunnen bestaan. Het is mogelijk irregulaire antistoffen tegen verschillende van deze bloedgroepen te hebben, maar meestal is slechts 1 soort aanwezig. Men geeft ze soms met letters weer, zoals c, C, e, E, s, S, en soms met namen van mensen bij wie deze antistoffen voor het eerst zijn ontdekt, zoals Duffy (Fy), Hofman, Hovekamp, Kell (K) of Kidd (Jk).
Irregulaire antistoffen van de zwangere vrouw komen tijdens de zwangerschap via de placenta bij de baby terecht. Gelukkig hebben niet alle irregulaire antistoffen gevolgen voor de baby, maar sommige kunnen het bloed van de baby geleidelijk afbreken, waardoor het na de geboorte meer kans heeft om geel te worden. Het kan ook voorkomen dat er tijdens de zwangerschap, bloedarmoede ontstaat bij de baby. Of irregulaire antistoffen gevolgen hebben voor de baby, hangt af van hun werkzaamheid en de mogelijke bloedgroep van de baby.
Van sommige antistoffen is bekend dat zij meer neiging hebben het bloed van de baby af te breken dan andere antistoffen. Van de antistoffen tegen K (Kell), c en E is bekend dat zij nogal eens aanleiding geven tot bloedafbraak van het kind. Antistoffen tegen e, Fy, C, Jk, S en s hebben een zwakke werking en weinig neiging het bloed van de baby af te breken. Andere antistoffen (met uitzondering van rhesus(D)-antistoffen) hebben over het algemeen een nog zwakkere werking en daarmee geen gevolgen voor de zwangerschap.
De bloedgroep van de baby is afhankelijk van uw bloedgroep en de bloedgroep van de vader van de baby. Als voorbeeld nemen we hier een vrouw die Kell-negatief is (zij heeft, zoals de meeste mensen, geen Kell-factor). Door een bloedtransfusie in het verleden met bloed van iemand die Kell-positief was (die de Kell-factor wel had) heeft deze vrouw antistoffen gemaakt tegen de Kell-factor.
Wanneer nu de vader van de baby ook de Kell-factor mist De kans hierop is erg groot), dan zal de baby Kell-negatief zijn en kunnen de antistoffen voor de baby geen kwaad. Is bij de vader de Kell-factor wel aanwezig, dan kan de baby de Kell-factor van de vader erven. Hoe groot deze kans is, hangt weer af van de vraag of de Kell-factor bij de vader op 1 of 2 genen aanwezig is. Bij aanwezigheid van 2 genen, is de kans op overerving 100 procent. Bij aanwezigheid van 1 gen, is de kans 50 procent.
Wanneer er bij de zwangere vrouw irregulaire antistoffen worden gevonden, wordt eigenlijk altijd het bloed van de partner onderzocht om de bloedgroep te bepalen. De vrouw zal worden doorverwezen naar een gynaecoloog en deze zal de uitslagen bespreken met de vrouw en de partner. Aan de hand van de bloeduitslagen word bekeken welke bloedgroep de baby mogelijk kan hebben. De gynaecoloog zal bespreken of de antistoffen gevolgen kunnen hebben voor de baby. Wanneer er kans bestaat dat de antistoffen het bloed van de baby kunnen afbreken zal er extra onderzoek plaatsvinden.
Er word een bloedonderzoek gedaan. Dit is een ADCC-test, dit onderzoek kan voorspellen hoe groot de kans is dat het bloed van de baby wordt afgebroken. Helaas is het onderzoek niet altijd even betrouwbaar en daarom volgt meestal ook een echoscopisch onderzoek om te zien of er bij de baby al tekenen zijn van bloedarmoede. Mochten deze onderzoeken geen afwijkingen opleveren, mag de vrouw gewoon op de uitgerekende datum bevallen.
Zijn er wel aanwijzingen dat het bloed van de baby wordt afgebroken, dan kan de gynaecoloog adviseren om de bevalling vóór de uitgerekende datum in te leiden. In een heel enkel geval is er sprake van zeer ernstige bloedafbraak (en bloedarmoede). Dan is er een bloedtransfusie bij de baby in de baarmoeder. De kans is wel erg groot dat de baby op de couveuse afdeling wordt opgenomen, ter observatie of voor behandeling onder een blauwe lamp. Een enkele keer is het nodig de baby opnieuw bloed te geven (wisseltransfusie).
donderdag 3 september 2009
12 weken echo
Gisteren de 12 weken echo gehad!
We hadden om 14h00 een afspraak en waren keurig op tijd. Er werd een dossier opgemaakt door een secrataresse en ik moest papieren ondertekenen waarmee ik verklaarde op de hoogte te zijn van het feit dat de uitslag van deze echo en navolgende echo's geen garantie is op een gezond kind.
Soms lijkt het hier wel Amerika! (en niet alleen op medisch gebied) Alle verantwoordelijkheid wordt zoveel mogelijk afgeschoven en als er iets aan de hand is dreigt men meteen met een rechtzaak, maar dit terzijde.
Via de ziektekosten verzekering had ik ook al een heel boekwerk opgestuurd gekregen met formulieren en stickers voor allerlei onderzoeken en periodes, dus ik kan nu bijna een apart bureautje beginnen om dit allemaal bij te houden en op te bergen. Voor de zekerheid neem ik alle paperassen ook maar steeds mee als ik iets medisch ga doen, dus een aktetas is binnenkort ook geen overbodige luxe :) want m'n handtas kan dit volume niet meer aan!!!
Wel, terug naar het hôpital: De dokter liet even op zich wachten, want er was een spoedgeval tussendoor gekomen, maar voor 3-en waren we eindelijk aan de beurt.
De echo heeft in totaal een minuut of 10 in beslag genomen en de resultaten waren allemaal goed. De foetus is 6,5 cm groot en heeft een harslag van 152 slagen per minuut. Twee armpjes, twee beentjes, voetjes van 11,4 mm en alles beweegt. De rugwervels en ook het hoofdje zijn goed gesloten. De nekplooimeting was ook volgens de norm, dus om de kans op Down-syndroom te bepalen, hoef ik nu alleen nog maar een bloedonderzoek te laten doen over een kleine 3 weken. De uitslag van het bloed, mijn leeftijd en het resultaat van de nekplooimeting zullen dan het kans percentage bepalen.
Ook is gisteren de exacte leeftijd van de foetus bepaald en die blijkt twee dagen ouder te zijn als waar we vanuit waren gegaan. De uitgerekende datum is nu dan ook vastgesteld op 12 maart.
Toen we klaar waren en alle papieren en statistieken waren ingevuld, kreeg ik het hele dossier, inclusief de echo foto's mee naar huis. Weer een map erbij dus op de stapel!
De volgende officiële echo in het ziekenhuis staat gepland voor 6 november, dan kunnen ze ook zien of het een jongetje of meisje is. 24 september moet ik weer naar mijn eigen gynaecologe.
De uitslag van het nadere bloedonderzoek vanwege de Kell-waarde is ook binnen. Ik moet nog wachten op een officiële uitleg van de gynaecologe, maar op het laboratorium formulier staat aangegeven dat de waarde gering is maar wel in de gaten gehouden moet worden. Vanaf 20 weken moet er elke 15 dagen bloedonderzoek worden gedaan. (zie ook de uitleg onderaan DIT bericht)
Verder gaat alles goed. Geen bekkenproblemen, maar nog steeds misselijk. Overdag gaat het beter, maar 's avonds, voor, tijdens en na het eten, is het een drama. Het heeft één voordeel: ik ben 3 kilo afgevallen!!!
We hadden om 14h00 een afspraak en waren keurig op tijd. Er werd een dossier opgemaakt door een secrataresse en ik moest papieren ondertekenen waarmee ik verklaarde op de hoogte te zijn van het feit dat de uitslag van deze echo en navolgende echo's geen garantie is op een gezond kind.
Soms lijkt het hier wel Amerika! (en niet alleen op medisch gebied) Alle verantwoordelijkheid wordt zoveel mogelijk afgeschoven en als er iets aan de hand is dreigt men meteen met een rechtzaak, maar dit terzijde.
Via de ziektekosten verzekering had ik ook al een heel boekwerk opgestuurd gekregen met formulieren en stickers voor allerlei onderzoeken en periodes, dus ik kan nu bijna een apart bureautje beginnen om dit allemaal bij te houden en op te bergen. Voor de zekerheid neem ik alle paperassen ook maar steeds mee als ik iets medisch ga doen, dus een aktetas is binnenkort ook geen overbodige luxe :) want m'n handtas kan dit volume niet meer aan!!!
Wel, terug naar het hôpital: De dokter liet even op zich wachten, want er was een spoedgeval tussendoor gekomen, maar voor 3-en waren we eindelijk aan de beurt.
De echo heeft in totaal een minuut of 10 in beslag genomen en de resultaten waren allemaal goed. De foetus is 6,5 cm groot en heeft een harslag van 152 slagen per minuut. Twee armpjes, twee beentjes, voetjes van 11,4 mm en alles beweegt. De rugwervels en ook het hoofdje zijn goed gesloten. De nekplooimeting was ook volgens de norm, dus om de kans op Down-syndroom te bepalen, hoef ik nu alleen nog maar een bloedonderzoek te laten doen over een kleine 3 weken. De uitslag van het bloed, mijn leeftijd en het resultaat van de nekplooimeting zullen dan het kans percentage bepalen.
Ook is gisteren de exacte leeftijd van de foetus bepaald en die blijkt twee dagen ouder te zijn als waar we vanuit waren gegaan. De uitgerekende datum is nu dan ook vastgesteld op 12 maart.
Toen we klaar waren en alle papieren en statistieken waren ingevuld, kreeg ik het hele dossier, inclusief de echo foto's mee naar huis. Weer een map erbij dus op de stapel!
De volgende officiële echo in het ziekenhuis staat gepland voor 6 november, dan kunnen ze ook zien of het een jongetje of meisje is. 24 september moet ik weer naar mijn eigen gynaecologe.
De uitslag van het nadere bloedonderzoek vanwege de Kell-waarde is ook binnen. Ik moet nog wachten op een officiële uitleg van de gynaecologe, maar op het laboratorium formulier staat aangegeven dat de waarde gering is maar wel in de gaten gehouden moet worden. Vanaf 20 weken moet er elke 15 dagen bloedonderzoek worden gedaan. (zie ook de uitleg onderaan DIT bericht)
Verder gaat alles goed. Geen bekkenproblemen, maar nog steeds misselijk. Overdag gaat het beter, maar 's avonds, voor, tijdens en na het eten, is het een drama. Het heeft één voordeel: ik ben 3 kilo afgevallen!!!
Abonneren op:
Posts (Atom)